Tip van de week

Leuke weetjes en feitjes voor onderwijs en jeugdzorg
Tip van de week Albert Einstein Tip 1: Albert Einstein "Als je wil dat kinderen intelligent worden, lees ze dan sprookjes voor. Wil je dat ze briljant worden, lees ze meer sprookjes voor".

Een sprookje is een (volks)verhaal waarin fantasie een grote rol speelt en een diepere wijsheid schuilt. Maar wat heeft het voorlezen van sprookjes nu te maken met intelligentie?

Aan Albert kunnen we het helaas niet meer vragen, maar wij willen wel onze interpretatie van deze uitspraak geven.

Uit de quote van Albert Einstein zou je kunnen opmaken dat intelligentie aangeleerd is. Maar is dat wel zo?

Plomin et. al. (2018) concluderen in hun jarenlange studie dat intelligentie voor 20 tot 50% erfelijk is. Daarnaast hebben o.a. omgevingsfactoren invloed op intelligentie, maar die invloed neemt af naarmate men ouder wordt. Hieruit blijkt dat intelligentie deels is aangeboren, maar ook voor een groot deel kan worden ‘aangeleerd’. Het Meerfactorenmodel van Mönks (1984) maakt duidelijk dat cognitieve begaafdheid pas tot uiting kan komen, wanneer naast de intelligentie van een kind ook het creërend denkvermogen en de volharding en taakgerichtheid (motivatie) worden aangesproken. En daar komt volgens ons de link tussen het voorlezen van sprookjes en intelligent worden naar voren.

Het voorlezen van sprookjes stimuleert de verbeeldingskracht van kinderen. In de wereld van kinderen is verbeeldingskracht nog oppermachtig. Fantasie en werkelijkheid zijn zelfs zo met elkaar verweven, dat wanneer ze met hun verbeeldingskracht een oplossing verzinnen – of die horen tijdens het luisteren naar een verhaal – dit voor hen bijna hetzelfde is als de oplossing beleven (van der Meer, 2021). Daarnaast staan sprookjes buiten de dagelijkse realiteit, zodat iedereen zijn eigen werkelijkheid en gevoelens op kan projecteren. Karakterbeschrijvingen gaan vaak niet zo diep, dus kun je helemaal in je hoofd zelf invullen (Beumer, 2021). Sprookjes dragen dus bij het creërend denkvermogen van kinderen.

Los van het voorlezen van sprookjes, heeft voorlezen van andere teksten (verhalend of informatief) ook een positief effect op de intelligentie van kinderen. Je kunt eigenlijk niet vroeg genoeg beginnen met voorlezen.

Onderwijsexpert Bus (2016) concludeerde dat voorlezen baby`s slimmer maakt. Daar hebben ze op latere leeftijd veel profijt van. Voorlezen heeft namelijk vele voordelen. Het stimuleert o.a. de woordenschat, begrip, taalontwikkeling en concentratie, en kinderen leren hoe leuk het is om te lezen. Ze ervaren dat het plezier oplevert om samen in een verhaal te duiken. Daardoor gaan ze op latere leeftijd vaker zelf lezen en dat bevordert hun prestaties op school. Voorlezen draagt dus bij aan taal- en kennisontwikkeling, concentratie en leesplezier, wat weer van invloed is op de motivatie voor lezen en leren van kinderen. Het voorlezen van sprookjes draagt dus bij aan het briljant worden van uw kind.

Mocht dat nog niet voldoende reden zijn om uw kind sprookjes voor te lezen, dan helpt het misschien nog om te zeggen dat voorlezen ook bijdraagt aan de relatie tussen volwassene en kind: Je verdiept je samen in een verhaal en je maakt samen plezier. Zo ontstaat er een sterkere band met uw kind. Ook heeft voorlezen voor het slapen gaan een positief effect op de nachtrust van het kind. En zeg nou zelf: jezelf een goede nachtrust gunnen is toch het slimste dat je kunt doen?

Behoefte aan voorleestips? Kijk op www.expertisecentrum-dyslexie.nl/ouders/voorleestips-kinderen

Als onderwijsprofessional meer weten over intelligente kinderen of leesplezier? Schrijf je dan nu in voor de opleiding “Meer- en hoogbegaafdheidscoördinator” of de cursus “Hoe lezen leuk wordt.

Bronnen:

  • De dikke van Dale
  • Plomin, R. & von Stumm, S. (2018). The new genetics of intelligence
  • Mönks, F. (1984). Meerfactorenmodel
  • JM Ouders. (2021) De magische kracht van sprookjes. In gesprek met psychotherapeut A. van der Meer, dramatherapeut G. Beumers en kinderpsycholoog B. Bettelheim
  • RTL Nieuws (2016). Voorlezen maakt kinderen slimmer. In gesprek met hoogleraar orthopedagogiek A. Bus